(Ont)regel de zorg: hoe staat het ervoor?

Gepubliceerd op 21 juni 2019 om 11:20

Een aantal weken geleden kreeg ik via Facebook een uitnodiging voor een focusgroep omtrent het initiatief (Ont)regel de zorg. Het KPMG had de opdracht gekregen om via een enquête te meten wat fysiotherapeuten in hun dagelijkse werkzaamheden merken van de schrapsessies. Ik had vakantie, maar dit leek me wel een nuttige bijeenkomst.

In de nieuwsbrief van het KNGF stond deze week de link naar de enquête.

Als je nog niet op de hoogte bent van de schrapsessies, vind je hier meer informatie.

Op donderdagavond om 19.00 fietste ik dus naar het kantoor van KPMG in Utrecht. We waren de laatste groep in het kantoor. Bij KPMG werken de meeste mensen ook niet 's avonds. In de vergaderruimte zaten al drie mensen, een fysiotherapeut en twee consultants van KPMG. We kregen lekkere broodjes en soep, omdat de focusgroep natuurlijk rond etenstijd plaatsvond. In totaal waren er vijf fysiotherapeuten aanwezig.

We verdeelden ons in twee groepen om alle agendapunten van de schrapsessies door te nemen. Na anderhalf uur kwamen we uiteindelijk uit bij de volgende punten:

  • Er bestaan nog steeds veel te veel verschillende behandelcodes.
  • Het switchen van de ene naar de andere code, bijvoorbeeld van 1000 naar 1200, is lastig. De manueeltherapeut moet dan een nieuw dossier aanmaken, omdat de declaraties anders worden afgekeurd. Als een collega de expertise van een gespecialiseerd fysiotherapeut wil inschakelen, moet deze onnodig veel extra administratie doen. Terwijl gemakkelijk voortgebouwd kan worden op het dossier van de collega.
  • Een landelijk administratiesysteem zou de uitwisseling van informatie met andere beroepsgroepen vereenvoudigen. Dit scheelt fysiotherapeuten een hoop administratietijd. Met name door- en terugverwijzing van cliënten gaat dan een stuk sneller. Nu verloopt de communicatie vaak via meerdere kanalen. De een gebruikt Zorgmail, de ander verstuurt alles op papier.

De mensen van het KPMG voeren dit onderzoek uit in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Ook de andere paramedische beroepsgroepen komen nog aan bod, maar wij als fysiotherapeuten zijn de eerste groep waarbij de schrapsessies ook echt zijn doorgevoerd.

Vul dus alsjeblieft de enquête in, zodat de minister een realistisch beeld krijgt van onze huidige administratieve lasten.

Ik ben heel benieuwd of de effecten van die schrapsessies in het werkveld voelbaar zijn.

De link naar de enquête vind je hier.

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.