Staat de fysiotherapie onder druk?

Gepubliceerd op 27 oktober 2019 om 08:39

Overal om me heen hoor ik verhalen van fysiotherapeuten die zich onder druk gezet voelen. Als je wel eens met een fysiotherapeut in gesprek raakt (zeker als je vertelt dat je zelf ook fysio bent), gaat het zelden over iets anders dan fysiotherapie. Elke fysiotherapeut die ik spreek (en dat zijn er een hele hoop) voelt zich klem gezet. En wie is daar de grote boosdoener van? De zorgverzekeraars natuurlijk!

Elk jaar worden de aanvullende pakketten kleiner. 

Kleine praktijken krijgen brieven van grote zorgverzekeraars om hun te hoge behandelindex te verantwoorden. 

Fysiotherapeuten wijzen hun cliënten de deur, omdat anders het behandelgemiddelde zou stijgen. 

Praktijken gaan 'creatief boekhouden' om aan de behandelindex te voldoen.

En loop je als praktijk niet netjes in de maat, dan krijg je een lager tarief of zelfs helemaal geen contract meer.

Ben je die zorgverzekeraars ook helemaal zat? Haal eerst eens diep adem. Dan doen we samen een stapje terug.

Laten we eens kijken naar het gehele plaatje. Al jaren zijn de zorgkosten aan het stijgen. De overheid wil deze kosten graag binnen de perken houden. Die geeft de zorgverzekeraars de opdracht om de zorgkosten zoveel mogelijk te beperken. Elk medisch gebied, hoe klein ook, moet zijn steentje bijdragen. 

Fysiotherapie is, hoe belangrijk ons werk ook is, geen noodzakelijke acute zorg. We redden niet direct levens. Als wij een dag gaan staken, kraait er geen haan naar (zie het artikel 'De eerstelijn is het beste medicijn'). De meeste fysiotherapeuten klagen alleen tegen elkaar. Of ze schrijven op Facebook boze berichten die geen enkele zorgverzekeraar of overheidsinstantie leest.

Bovendien, als we echt eerlijk zijn, hebben wij fysiotherapeuten ook maar beperkte gaven. We weten alles over het functioneren van het menselijk lichaam. Onze gereedschapskist is gevuld met testen en behandelmethoden om  acute klachten in dat lichaam vast te stellen en desgewenst cliënten te begeleiden bij hun herstel. Want dat herstellen, dat doet het lichaam helemaal uit zichzelf.

In onze  dagelijkse praktijk zien we echter steeds  vaker mensen met chronische klachten. Chronische pijn, diabetes, burn-out, dementie, fibromyalgie en zo nog honderden andere aandoeningen waar we als fysiotherapeut geen directe invloed op kunnen uitoefenen

Laten dat nou net de klachten zijn die (volgens voorspellingen) in de komende decennia enorm gaan toenemen. En waar het zorggeld dus grotendeels naartoe zal gaan.

Daarnaast zijn we als fysiotherapeuten geneigd om de behandelstrategie (helemaal) zelf te bepalen. Het shared-decision model kennen we wel, maar in de praktijk behandelen we uiteindelijk vaak hands-on, of we vertellen de cliënt precies welke oefeningen hij of zij moet doen onder onze begeleiding. Hiermee creëren we een afhankelijkheid van therapie en een scheve machtsverhouding tussen behandelaar en cliënt

Terwijl juist in deze tijd van internet vrijwel alle informatie voor het oprapen ligt. Voor elke klacht vind je oefeningen op Youtube. Sites met medische informatie vertellen je precies hoe lang het duurt voor je breuk weer hersteld is en over hoeveel weken je rugpijn weer over is.

De druk van de zorgverzekeraars en de overheid is slechts een signaal van een veranderend zorgsysteem. Onze beroepsgroep heeft de keus om hierop in te springen en zich aan te passen, of achterover te gaan zitten en af te wachten.

In het laatste geval zal fysiotherapie (waarschijnlijk) steeds meer een luxeproduct worden voor mensen die dit zelf of via hun (dure) aanvullende verzekering kunnen betalen.

In het eerste geval zullen we hard moeten werken om ons spectrum te verbreden. Bij veel chronische klachten kunnen we op lange termijn zeker iets toevoegen.

Hiervoor is het wel belangrijk dat we (een gedeelte) van onze macht teruggeven aan de cliënt. Want alleen die kan bepalen wat zijn aandoening of klacht betekent. We moeten precies weten wat de cliënt wil en wat hij ervoor wil doen om dat te bereiken. Als therapeut kun je alleen maar de weg wijzen.

De behandeling moeten we dus niet alleen zoeken in oefeningen of hands-on therapie. We moeten over een veel breder spectrum gaan kijken naar gezondheid en ziekte. Dat betekent afstappen van het biomechanische model (alleen met de lichamelijke klacht werken) en overstappen naar een holistische benadering (zoals het model van Positieve Gezondheid). Daarvoor moeten we samenwerken met andere disciplines, maar ook onze eigen kennis uitbreiden. 

Want alleen wat kennis op internet opdoen is niet genoeg. We moeten onszelf onderdompelen in de psychologie, filosofie, humanistiek enzovoorts. Een enorme uitdaging, die een enkele fysiotherapeut niet alleen aankan. De beroepsgroep als geheel moet zijn perspectief verbreden.

Dit soort initiatieven bestaan al. Denk maar eens aan:

  • Revalidatietrajecten voor chronische pijn.
  • Coachingstrajecten op de werkvloer voor een verbetering van het algeheel welbevinden. 
  • Samenwerkingsinitiatieven tussen ziekenhuizen en de eerstelijn.
  • Lokale fysiotherapiepraktijken die van het sportuurtje een sociale gelegenheid maken voor eenzame mensen.

Het is tijd om de energie die we steken in het vechten tegen de zorgverzekeraars, te besteden aan iets anders. Bijvoorbeeld door samen met collega's een nieuw initiatief op te zetten. Dat kan vanuit de zorgverzekeraar vergoed worden, maar ook vanuit bijvoorbeeld werkgevers, de gemeente of door de cliënt zelf. Dat lukt nooit zonder vallen en opstaan. We zullen regelmatig de plank mis slaan of verzanden in eindeloze details. Maar dat maakt de uitdaging juist zo interessant!

De zorg is aan het veranderen. Je kunt achterover gaan zitten en wachten. Of je kunt werken aan een nieuwe toekomst. Wat kies jij?

Dit artikel is geschreven naar aanleiding van het boek 'The end of physiotherapy' van David. A. Nicholls.

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.